Schrijnende kritiek, en ik haal mijn doelen wéér niet

blog

Opgelucht dat het erop zat, verliet ik de kamer waarin ik zojuist therapie had gevolgd. Ik had een schrift bij me, waarin ik elke week notities en doelen in op moest schrijven. Doelen die ik wilde behalen, per week. Ik moet het gewoon gaan doen, dacht ik elke keer na een gesprek. Volgende week zal ik trots kunnen vertellen dat mijn doelen eindelijk behaald zijn. Maar ja, de week daarop zat ik in de praktijk van mijn psycholoog, teleurgesteld naar de inhoud van het schriftje te kijken. Ik had de doelen weer niet gehaald.

 

Hetgeen waar ik het hierboven over heb zal je misschien wel herkennen. Heb je net goede voornemens gemaakt en doelen gesteld waar je echt voor wil gaan, mislukt het (wéér). De moed kan je dan in de schoenen zakken. We hebben hier allemaal wel eens last van. Het betekent niet meteen dat je niks kan of dat je nooit iets zal lukken. Herstellen gaat met vallen, opstaan en weer doorgaan. Dat is lastig, maar belangrijk om te accepteren. Dit betekent niet dat we ons daar dan maar bij neer moeten leggen.

 

Ik denk dat het probleem ligt bij het feit dat doelen vaak vaag en heel algemeen zijn. Het voornemen om te stoppen met roken klinkt misschien heel duidelijk, maar als je al 20 jaar verslaafd bent en geen uur zonder sigaret kan, vraagt dit toch wat meer... Je bent zo ver dat je wilt stoppen met roken. Maar alleen dat voornemen is niet genoeg. Als je geen plan in je hoofd hebt, gaat het niet werken. Buiten dat, zijn veel doelen veel te groot en niet haalbaar. En misschien wel het belangrijkste. Je moet het willen. Doelen zijn niet voor niks doelen. Als het makkelijk of vanzelfsprekend zou zijn, dan zou je er geen moeite voor hoeven doen. Je moet er dus energie in steken en een weg in willen slaan van vooruitgang en maar ook de tegenslag  er bij komt kijken.

 

Voor ik naar binnen ga bij mijn psycholoog, haal ik even diep adem. Iemand die "volgens het boekje" werkt. Elke keer weer zie ik ertegen op. Ik ben er al heel vaak geweest, maar ik blijf het ongemakkelijk vinden. Ik bekijk de lelijke schilderijen die in de wachtkamer hangen en vraag me af wie ze uitgekozen heeft. Echt mooi zijn ze namelijk niet. Sowieso vind ik de wachtkamer geen gezellige plek. Ze hebben het echt wel gezellig proberen te maken, maar ik vind dat ze dat niet zo goed is gelukt. De stoelen zijn lelijk, de muren zijn saai wit en ondanks de bloemen en schilderijen hangt er gewoon een nare sfeer.

 

Zodra ik altijd de wachtkamer binnenloop, voel ik me meteen geen normaal mens meer. Ik voel me dan direct een patiënt en anders dan anderen. Het liefst draai ik me altijd direct weer om, maar ik weet dat ik niet echt terug kan. Ik ben ook altijd bang voor wat andere mensen hier van mij zullen denken. Wat vindt bijvoorbeeld de vrouw achter de balie? Wat denkt het personeel dat steeds langs komt gelopen? Zullen ze denken dat ik een eetstoornis heb of dat ik hier voor iets anders kom? Kennen ze mijn dossier? Wat denken de andere mensen die hier in de wachtkamer zitten? Terwijl ik wacht, denk ik onbewust al na. Ik weet dat het een lastig gesprek gaat worden, omdat het de afgelopen week helemaal niet goed is gegaan. Ik ben bang dat mijn therapeut teleurgesteld is als ik daar weer eerlijk over ben. Het voelt alsof ik gefaald heb en dat wil ik niet. Ik ben er dus nog niet helemaal over uit of ik de waarheid moet vertellen of niet.

 

Niet veel later zie ik gelukkig mijn therapeut verschijnen. Ik sta op, leg het tijdschrift weer op het tafeltje, pak mijn tas en loop naar haar toe. Eindelijk mag ik weg. We begroeten elkaar en geven elkaar een hand. Ik haal diep adem en loop achter haar aan. Ik voel de ogen van het andere meisje in mijn rug prikken, maar ik probeer daar geen aandacht aan te besteden. Daar gaan we. Op naar weer een nieuwe therapiesessie...

 

Niet iedereen weet hoe eetstoornissen in elkaar zitten. Dat is lastig, maar je kan niet van iedereen verwachten dat ze weten wat ze er mee aan moeten. Zeker niet van mensen die totaal geen ervaring met eetstoornissen. Dit kan betekenen dat je weleens te maken krijgt met opmerkingen die pijnlijk zijn. Ik heb hier vaker mee te maken gehad, en toen ik terechtkwam bij hulpverleners, had ik niet verwacht dat ik daar vooral met zulke opmerkingen te maken zou krijgen. Dit zijn toch mensen die gespecialiseerd waren in eetstoornissen, dus ze weten toch wat ze moeten zeggen? Toch kon het daar ook erg misgaan. Het zijn opmerkingen die me echt bij zijn gebleven en waar ik nog steeds weleens aan denk. Destijds was ik nog een stuk jonger en voelde ik me afhankelijker van hulpverleners. Ik durfde dan ook niets te zeggen als er iets werd gezegd wat onprettig voelde. Ik sloot me enkel af en ging het contact maar zoveel mogelijk vermijden. Als ik er nu op terugkijk is dat wel anders en weet ik dat ik tegen een hulpverlener zou kunnen en durven zeggen dat een opmerking absoluut niet helpend is. Soms kan een hulpverlener simpelweg van zoiets leren. In andere gevallen is een opmerking gewoon lomp en heeft de ander niet door dat het ontzettend onhandig is.

 

Ongeveer elf jaar geleden ging ik voor het eerst naar een diëtiste. Ik had behoorlijk wat problemen met eten en vond het onbewust best spannend om naar haar toe te gaan. Toch hoopte ik dat ze me kon helpen. Onderdeel van haar behandeling was ook dat ik op de weegschaal moest. Ik schaamde me ontzettend voor mezelf, ondanks dat ze direct tegen me zei dat ik een gezond gewicht had. Ik weet nog dat ik me uit een soort automatisme excuseerde voor mijn gewicht, omdat ik mezelf dik voelde. Vervolgens zei ze tegen me dat ik niet écht te dik was, maar dat ik gewoon "wat flinker" was. Ik was toen heel onzeker en had een enorm laag zelfbeeld. Het laatste wat ik kon gebruiken was zo'n opmerking. Dit raakte me zo dat ik snel begon met afvallen. Toen ik daarna weer bij haar kwam, stuurde ze me door naar een psycholoog die gespecialiseerd was in eetstoornissen omdat ik te complex voor haar zou zijn. De reden dat ik zo snel afviel in korte tijd, had echter alles te maken met haar opmerking. Zelf nu, jaren later, denk ik er nog steeds wel eens aan. Vooral nu met de hele hype rondom fitheid en sport. Wellicht dat ik daardoor ook wel een flinke afkeer van heb gekregen.

 

Ook kreeg ik wel eens te maken met opmerkingen over mijn thuissituatie tijdens hulpverlening. Bijvoorbeeld: je hebt toch een familie en een goed thuis? Door deze opmerking van een therapeut voelde ik me heel eenzaam en onbegrepen. Want ja, thuis leek het oké; ik had (erg) zorgzame ouders, een jonger zusje, we woonden in een mooi huis. Alles leek zo wel mee te zitten, maar toch voelde ik me echt heel erg ongelukkig en had ik een flinke eetstoornis ontwikkeld. Toen de therapeut deze opmerking maakte, werd ik overvallen met een enorm schuld- en schaamtegevoel. Ik voelde me schuldig over de eetstoornis. Het liefst wilde ik verdwijnen. De therapeut leek mijn eetstoornis dus totaal niet te snappen en maakte dat ook wel duidelijk. Als zelfs zij het niet snapte, hoe moest ik dan mezelf snappen en serieus nemen?

 

Bij meerdere psychologen moest ik vaak terugkerend vertellen wat ik at op een dag. Het ging meestal niet erg goed en mijn gewicht was eigenlijk gedurende al die jaren ongezond laag. Ik zag er ongezond uit en was erg bezig met gecontroleerd eten. Ik deed mijn best om aan te komen en probeerde dit door producten te eten waar ik vroeger erg van kon genieten, zoals bijvoorbeeld digestive koekjes. Ik schaamde me tegelijkertijd erg voor dit eten. Ik voelde me een vreetzak, ongecontroleerd. Toen een therapeut mijn eetbuien ook nog eens benoemde als "nou, jij bent wel een lekkerbek" vond ik dat helemaal erg...

 

Dan de volgende. Ik zat bij mijn vaste psychologe, en dit was in het begin van de sessies en de tijd dat ik bij haar kwam. Ze zei toen: "o, je vind het nodig om vaker dan eens per twee weken een gesprek te hebben?" Dat voelde heel stom. Direct kwam de gedachte: 'nou, laat dan maar', in mijn hoofd op. Hoezo vond zij het níet nodig om meer gesprekken te hebben? Zij zag toch ook hoe verdomde slecht het ging? Ik voelde me echt een aansteller. Ik kon er toen doorheen prikken en zei "ja, dat vind ik en mijn omgeving ook." Toch voelt het heel eenzaam om in zo'n toestand nog zo voor jezelf te moeten vechten. Mij lukte dit, maar ik kan me voorstellen dat een ander die 10 jaar jonger is dan ik hier nu zou afhaken. "Ja, je bent netjes aangekomen, en dat alles volledig in vet!" Ik kan nu nog lachen om die opmerking. Hoe kan je dat nou zeggen tegen iemand die herstellende is van anorexia of boulimia en wellicht doodsbang is om aan te komen en dik te worden? Ik ben blij dat ik iemand ben die overal de humor van in probeert te zien én rationeel ingesteld is. Hierdoor kan ik dit soort opmerkingen relativeren en erom lachen, maar echt handig is het natuurlijk niet.

 

Ik vertelde een psychologe dat het in de zomer vaak zo warm was en dat ik dan last kreeg van opgezette aderen. Ik wilde niet overal met blote armen lopen, omdat het er lelijk uitzag en mensen me dan nakeken. De psycholoog vroeg vervolgens of ik mijn armen even wilde laten zien. Ik vond dat eigenlijk onzin, maar deed het toch maar, enigszins overvallen door de vraag...

Ik wil afsluiten met de toevoeging dat ik begrijp dat het voor iedere professional behoorlijk ingewikkeld is om altijd maar het juiste te zeggen. Een eetstoornis ligt extreem gevoelig en zeker als je zelf geen eetstoornis gehad hebt, is het heel makkelijk om iets verkeerds of pijnlijks te zeggen. Dit hoeft niet per sé iets over iemands professionaliteit te zeggen.

 

Ik denk dat het waardevol om pijnlijke opmerkingen gewoon te bespreken en uit te leggen hoe iets binnenkomt. Zo leer je elkaar beter begrijpen.

 

Hoe ga jij hiermee om?

 

- Liefs, Romy -

Reactie schrijven

Commentaren: 0