"Emotioneel tussendoortje"

 

1 februari 2017

 

Het begin van mijn eetstoornis paste voor mijn gevoel niet in een hokje. Het was niet echt Anorexia, geen Boulimia en eigenlijk ook geen mix daarvan. Ik deed maar wat en het leek niet eens op een eetstoornis, naar mijn idee. Ik wilde gewoon af en toe een paar dagen lijnen om mij rustig te voelen en in vorm te blijven.

 

Emoties kunnen flink door elkaar heen lopen. Als je gekwetst wordt reageer je misschien boos uit zelfbescherming en komen later de tranen van de pijn tevoorschijn. Heel begrijpelijk, maar voor jezelf misschien juist alleen maar heel verwarrend.

 

Mijn eerste bezoek aan de kinderarts weet ik nog als de dag van gisteren. Ik werd meteen met mijn neus op de feiten gedrukt. Ik kan me nog zo goed herinneren dat ze erg was geschrokken van mijn bloed uitslagen en dat ik in zo een korte tijd veel was afgevallen. Het liefst wou ze dat ik het  ziekenhuis in ging maar daar was geen plek, dus ik mocht naar huis, onder strenge voorwaarden. Ik mocht niks doen, alleen in mijn bed liggen, op de bank liggen en alleen naar de wc gaan als ik echt moest. Ik moest naar mijn ouders luisteren, en normaal mee eten, dan zou alles weer goed komen, zei ze. Het voelde als mezelf vetmesten. Ik deed er eigenlijk helemaal niks mee. Ik hield mij echt niet aan de regels en ging gewoon verder. Ik had 2 gesprekken per week met mijn behandelaar en zat 2 a 3 keer in de week bij de kinderarts. Het was geen feestje om er elke keer heen te gaan, want elke keer praatte ze weer tegen me alsof ik er zelf niet bij was.

 

Misschien voelt het eng om te luisteren jaar je eigen gevoelens. Misschien vertrouw je je eigen gevoelens wel niet, of komen er gevoelens los die je enorm eng vindt. Daarom is begeleiding hierin soms handig. Maar laat je niet weerhouden er niet mee aan de slag te gaan als er sprake is van angst. Angst weerhoudt je om echt te voelen, echt te leven. Altijd ben ik bang dat mensen me zat worden, dat ze me in de steek laten, dat ze me afwijzen en dat ik alleen achter blijf. Ik ben bang om niet leuk, aardig, spontaan, gezellig, bijzonder en nog veel meer te zijn en doe daarom in ieder contact mijn uiterste best om zo leuk mogelijk te zijn. Dit vreet energie, waardoor ik sociale contacten eigenlijk helemaal niet zo leuk meer vind. Ik heb deze angst om verlaten te worden, eigenlijk in heel veel verschillende situaties. Ik heb deze angst binnen mijn relatie. Ik ben doodsbang dat mijn partner me zat wordt en niet meer verder met me wil. Ik ben bang om dan alleen achter te blijven en alles alleen te moeten doen. Dat kan ik helemaal niet. Ik ben daarnaast bang om vriendinnen te verliezen, gewoon omdat ik te saai voor ze ben. Omdat ik ze te weinig te bieden heb en omdat hun levens gewoon veel interessanter zijn. Ik ben bang dat ik het niet goed genoeg doe en dat ze me wegsturen en dat ik dan alles weer alleen moet opknappen. Dat is eerder gebeurd en daar ben ik dus heel erg bang voor. Die angst speelt iedere dag en bij iedere feedback die ik krijg.

 

Ik merk dat de mensen om mij heen het zat worden dat ik voortdurend wantrouwend naar ze ben. Ik test ze uit, ik ondervraag ze om erachter te komen of ik echt wel voldoende voor ze beteken en of ze echt niet liever zonder mij verder gaan. Maar hoe vaak ze me ook bevestiging geven, het is niet genoeg. Verstandelijk snap ik best wat ze zeggen, maar mijn gevoel blijft roepen 'Vertrouw ze niet, ooit laten ze je in de steek!' Ik voel me hier soms best schuldig over omdat ze veel meer dan dit verdienen. Eigenlijk ben ik die contacten helemaal niet waard. Sommige mensen ben ik hierdoor denk ik ook kwijtgeraakt. Niet omdat ze werkelijk van plan waren om mijn in de steek te laten, maar omdat ik zo vaak indirect heb gezegd dat ze me in de steek zouden laten, dat ze het zat werden en me ook echt in de steek lieten.

 

De kliniek in Zeist vond ik in en in rot. Ik moest mijn leven in de handen van een ander leggen, en dan ook nog eens iemand die ik niet vertrouwde. Zag jij hoe moeilijk ik het had? Je had je eigen theorie, en dat is je goed recht. Een eetstoornis is een ware hel. En alles wat erbij komt kijken. Ik bestrooide crackers met zout. Alles, wat er was, wat eetbaar was, at ik op. Vrat ik op, beter gezegd. Ik kon zelfs bijten op een plastic stokje: ik moest iets in mijn mond hebben. Dat maakte het besef groot dat mijn eetstoornis iets was geworden wat niet meer om eten ging. Of ging het al nooit om het eten?

 

- Liefs Romy -

Commentaren: 0