Droeve geest

"Een droeve geest"

 

8 maart 2017

 

- Aan Esmee, mijn zusje -

 

Ik had het koud. Ik had het altijd koud. De dingen die ik deed omtrent eten, ergerde jij je aan. Als ik mijn eigen gesmeerde cracker meenam, werd jij vervelend. Als ik eten van mama aannam en ergens anders verstopte dan in mijn mond, zag jij dat. Je was boos op me, omdat ik zo raar deed met eten en omdat je me zag wegkwijnen, denk ik. Ook was je misschien boos dat ik de aandacht kreeg van papa en mama, zonder dat ik dat wilde. Ik wilde namelijk alleen zijn, weg van de wereld. In plaats daarvan gingen steeds meer mensen zich met mij bemoeien. Ik bleek een eetstoornis te hebben. Anorexia. Ik geloofde er niks van, ik was zo kwaad. Ik at toch gewoon?! Misschien niet zoveel als eerst, maar ik at wel degelijk! Ik kan me een avond herinneren dat we aan tafel zaten, en ik een bakje sla naar mama’s hoofd gooide. Jij zat er naast en je zei niks. Je keek toe, en sloeg af en toe je ogen neer. Je was het met mama eens, dat kon ik voelen. Je liet mij in de steek. Mama schreeuwde tegen me. Ze stond machteloos. Ze riep dat ik normaal moest gaan eten. Ze had voor me gekookt, maar ik wilde niet. Ik zei dat ze zich er niet mee moest bemoeien, dat ik het zelf wel onder controle had en ik noemde vooral op wat ik allemaal gegeten had. Mijn moeder was woedend op me. Eigenlijk elke dag weer. Soms at ik voor haar neus iets calorie rijks, zoals een Mars of een Snickers. Om haar te pleasen. De rest van de dag wilde ik dan niks meer eten, en de volgende dag zat ik de hele dag op mijn hometrainer. Er ging zoveel door mijn hoofd. Allerlei gedachtes over hoe ik zou moeten zijn volgens mijn ideaalbeeld, en dat ik nooit iets goed kon doen. Al mijn vriendinnen die een leuk leven hadden met lieve ouders die niet zeurden over hun eten, die gewoon slank waren zonder er iets voor te hoeven doen. Ik huilde soms, bijna nooit. Door de daling van mijn gewicht waren mijn emoties afgevlakt, hoorde ik later van mijn begeleidend arts. Ik was 14 jaar en had inmiddels het gewicht bereikt van een grote kleuter. Mensen op straat keken soms naar mijn benen, en met gym durfde ik me eigenlijk niet meer om te kleden bij de rest van de meiden,  uit angst om kritiek te krijgen op mijn dunne armen of benen. Ik zat onder de blauwe plekken, elke keer als ik me stootte bleef er een blauwe plek achter. Het kon me niet zoveel schelen. Ik wilde slank zijn.

 

Mensen vragen wel eens hoe mijn eetstoornis begonnen is. Ik zeg dan vaak zoiets als ''Ik begon met af en toe lijnen en die periodes werden steeds langer en het lijnen werd steeds strenger.'' Veel mensen denken dat je op dat moment al weet dat je een eetstoornis hebt, maar vaak is dat niet het geval. Ik heb lange tijd gerommeld en ik schommelde wat heen en weer over de golven. Ik zonk niet, maar vaarde ook steeds minder hard vooruit.

 

Dat schommelen duurde misschien wel jaren. Ik rommelde wat, at ongezond en onregelmatig of heel weinig en voelde me daarna weer goed. Ik wist niet waarom ik het deed en was  me er totaal niet bewust van dat ik een eetstoornis aan het ontwikkelen was. 

 

- Liefs Romy - 

Commentaren: 0